Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [54]gij weet, dat ik u [55]door zwakheid des vleses het Evangelie [56]de eerste maal verkondigd heb; 54. Dat is, het is zoverre vandaar, dat gij mij ongelijk zoudt gedaan hebben, dat, gelijk gij weet, gij mij, als ik het Evangelie bij u predikte, de meeste eer en liefde getoond hebt, die men zou kunnen doen. 55. Dat is, in een nederigen en slechten staat zonder uiterlijken luister. Of, met vele verdrukkingen, smaadheden, moeite, haat en gevaren uiterlijk mij overgekomen. Zie 1 Kor.2:3, en 2 Kor.11:30, en 2 Kor.12:9. 56. Dat is, toen u, als gij nog heidenen waart, het Evangelie van mij eerst gepredikt is geweest. Zie Hand.16:6, en Hand.18:23.